Normaal gesproken krijgt de lijsttrekker veruit de meeste stemmen. De meester stemmers kiezen (uit gemakzucht of omdat ze de andere op de lijst niet of nauwelijks kennen) immers op de bovenste naam : de lijsttrekker.
Zodra de kiesdeler bekend is (zie pag. verkiezingen), worden de stemmen netjes verdeeld over de kandidaten op volgorde van de lijst.
Het kan echter zijn dat iemand die niet volgens de lijst in de Tweede Kamer zou komen (omdat hij/zij dus te laag stond), méér voorkeurstemmen heeft, dan het aantal van iemand die wél hoog genoeg op de lijst stond !
Op dat moment wordt de laagste van degene die eigenlijk van de lijst nog lid mocht worden, gepasseerd door de persoon met de voorkeurstemmen.
Een voorbeeld kan zijn dat een partij recht heeft op 5 zetels. Maar de bovenste 5 van de kandidatenlijst zijn mannen. Nummer 8 is pas een vrouw. Echter vrouwen hebben om die reden véél op die nr.8 gestemd. Daardoor zal ze toch een zetel krijgen en valt de heer, die op nr.5 stond, af.
Dit kan met meerdere kandidaten zijn, maar komt maar zelden voor bij de Tweede Kamer verkiezingen.